Victor Frankenstein is een rijkeluismannetje die de dood van zijn moeder nooit heeft kunnen accepteren. Hij wordt dokter en slaat aan het experimenteren met lijken, die hij weer tot leven wil wekken. Victor naait de lichaamsdelen van allerlei criminelen aan elkaar en jaagt er flink wat stroom doorheen. Dit leidt tot een gruwelijke creatie, een lelijke gast met bovenmenselijke kracht die aggressieve neigingen vertoont. Als deze creatuur verstoten wordt door de maatschappij, zint het op wraak. Deze door Robert De Niro vertolkte kunstmatige mens veroorzaakt het nodige leed bij Frankenstein door een aantal van zijn familieleden op botte wijze om te brengen. Hij belooft zijn schepper vervolgens hem met rust te laten indien hij een vrouwelijke metgezel voor hem maakt...
Getuige het feit dat er een stuk of honderd Frankenstein (-gerelateerde) films bestaan, is het een weinig unieke gedachte om dit verhaal van Mary Shelley aan een verfilming te onderwerpen. Dat er een teringzooi aan vertalingen naar het witte doek van Frankenstein bestaat, zegt daarentegen ook iets over de kwaliteit van het verhaal, dat blijft vermaken en intrigeren. De versie van Kenneth Branagh heeft mijns inziens goed de sfeer weten vast te leggen die ook in het gelijknamige boek aanwezig is.
Het geheel kijkt weg als een niet vervelende morality play, waarbij de horrorelementen gelukkig niet worden geschuwd. De plaatjes zijn mooi te noemen, terwijl de acteerprestaties meer dan voldoen. Hier en daar sluipt er echter wat langdradigheid in, maar dat mag de pret niet drukken wat mij betreft. Indien het verhaal je aanstaat, zul je niet telerugesteld zijn in deze prent, maar erg bijzonder mag hij nu ook weer niet genoemd worden.