Tais-toi was de vijfde film die Gérard Depardieu draaide met regisseur-scenarist Francis Veber. Voor de gelegenheid werd hij gekoppeld aan Jean Reno en niet langer aan Pierre Richard. Dit had gevolgen voor het personage dat voor hem werd gecreëerd: naast de hyperactieve Richard werd hij vaak gecast als kalme maar stoere figuur; omdat Reno eveneens een kalm en stoer imago had, werd hij plots gevraagd om de meer levendige helft van het duo te spelen.
Jean Reno is Ruby, een geslepen kruimeldief die wraak wil nemen op de gangster Vogel die zijn vriendin heeft vermoord. Om die reden dwarsboomt hij een overval die in opdracht van Vogel werd gepleegd. Ruby gaat er met de buit van 20 miljoen vandoor en verbergt het geld op een geheime plaats om Vogel uit zijn tent te lokken: hij weet dat Vogel hem zal willen bevrijden om bij het geld te geraken en op die manier kan Ruby dicht genoeg bij de gangster komen om hem te vermoorden. Depardieu is Quentin, een praatzieke kruimeldief die geen enkel succes heeft met zijn overvallen en steeds in de gevangenis belandt. Op een dag belanden ze samen in dezelfde cel: Omdat Ruby niet reageert op zijn geklets, denkt Ruby dat zij beste maatjes kunnen worden en ... stuurt vervolgens alle plannen van Ruby in de war ...
Het scenario van Tais-toi stelt niet zo veel voor, het is meer een aaneenschakeling van sketches die min of meer op zichzelf staan. Depardieu oogt wat onwennig in de voor hem ongewone rol, maar de samenwerking met Reno verloopt vlotjes en Veber bedacht - zoals gewoonlijk - voldoende grappen om het wat magere script naar een hoger plan te tillen. Extra leuk zijn de scènes met een 'merde' roepende patiënt in een psychiatrische inrichting (gespeeld door Michel Aumont) die in een ander leven zelf psychiater was en nu het verplegend personeel als collega's aanspreekt.