De ongeïnspireerde, alcoholistische smeris Jack Mosley meent dat hij er weer een werkdag op heeft zitten, als zijn superieur hem met een vervelend, maar ogenschijnlijk simpel klusje opzadelt. Jack moet de belangrijke getuige Eddie Bunker voor 10 uur afleveren bij de rechtbank. Eddie is een nogal simpele ziel, maar bovenal een enorm praatziek mannetje. Jack trekt zijn gemompelde gezwets dan ook niet en stopt onderweg om wat drank in te slaan. Terug bij de auto weet Jack een aanslag op Eddie´s leven ternauwernood te voorkomen. Jack slaat met Eddie op de vlucht en weigert deze getuige vervolgens over te dragen aan collega smerissen, daar hij het zaakje niet vertrouwt. Deze vermoedens blijken gegrond. Eddie is namelijk getuige geweest van duistere praktijken van de agenten, die het zaakje uiteraard in de kiem wensen te smoren. Slechts zestien ´blokken´ was hij in eerste instantie verwijderd van de rechtbank, maar dit blijkt een hele afstand als een halve precinct in je nek hijgt en je een kogelmagneet als reiskompaan hebt...
Waar 16 Blocks zich vooral weet te onderscheiden van vergelijkbare films, is het acteerwerk. Bruce Willis is aardig op dreef als dronken smeris, maar het is Mos Def die de meeste aandacht trekt. Hij zet de praatzieke, doch aimabele simpleton Eddie Bunker zo goed neer, dat zijn veelvuldige, triviale gelul bij mij al vrij snel het ene oor in en het andere oor uitging. Hierdoor krijg je bijna medelijden met de dronken Jack Mosley, die dit allemaal lijdzaam moet aanhoren. Het genoemde verhaal is nu niet het meest originele uitgangspunt voor een film. Vooral het feit dat er weer een tape recorder aan te pas moet komen om er een einde aan te draaien, is een vrij fantasieloze vondst. Ondanks deze clichés heeft vakman Richard Donner er een degelijke cop movie van weten te maken, die een bovengemiddelde hoeveelheid spanning bevat.