Gezien het feit dat ik het origineel uit 1934 eerder heb gezien dan deze (bekendere) versie van The Man Who Knew Too Much uit 1956, is het voor mij onmogelijk de twee los van elkaar te zien. Na het bekijken van de recentere van de twee, vraag ik me af waarom Hitchcock een remake van zijn eigen film maakte. Aan het verhaal is namelijk niet veel veranderd. De prent is daarentegen narratief gestructureerder en is duidelijk gedraaid met een hoger budget. Hierdoor kon de setting verplaatst worden van Zwitserland naar Marokko en is onder meer de climactische scène in de Royal Albert Hall sterk verbeterd. Deze punten vertalen zich in een grotere sfeeroverbrenging ten opzichte van het origineel. Een langere speelduur is hiervan echter ook het gevolg, wat mijns inziens niet nodig was. Meerdere scènes hadden van mij op de montagetafel mogen sneuvelen.
De grootste troef die de prent heeft is de inbreng van acteur James Stewart, die immer iets speciaals toevoegt. Cinematografisch en qua acteerwerk is de versie uit 1956 de betere van de twee, maar daar staat tegenover dat de film totaal niet origineel is. Bovendien herbergde de versie uit 1934 schouwspeler Peter Lorre en is deze met zijn vijfenzeventig minuten een stuk sneller afgelopen. Per saldo zou ik zeggen dat beide speelfilms ongeveer van hetzelfde niveau zijn, maar dat ik door de kortere speelduur eerder geneigd ben het origineel nog eens op te zetten.