Net als bij Rushmore zijn ook hier parallellen te trekken met het literaire werk van JD Salinger en dan met name zijn bekendste output, het uitstekende Catcher in the Rye. Net als die roman herbergt Igby Goes Down een recalcitrant, nauwelijks volwassen mannetje als hoofdpersoon die worstelt met het leven en opgroeien. Ook de toonzetting is tamelijk vergelijkbaar, maar cineast Burr Steers slaat met zijn regiedebuut wat meer zwart-komische wegen in dan voornoemde roman. Steers schreef overigens zelf het redelijk verfrissende scenario, dat vrij is van clichématigheden.
Gezien het feit dat je genoeg hebt aan de korte beschrijving om te weten waar de prent over handelt, dunkt het mij dat niet iedereen deze film zal kunnen appreciëren. Qua verhaalontwikkelingen schiet de film namelijk totaal niet op. Tevens moet je er maar net zin in hebben, een film over een vervelend ventje dat behoorlijk gelamstraald en op leugenachtige wijze door zijn zeventiende levensjaar wandelt.
Wat maakt deze film dan tot een bevredigende kijkervaring? Wat mij betreft zijn dat de personages, die stuk voor stuk niet helemaal koosjer zijn. Igby een rotgastje, maar zijn kakkerige broer is ronduit verschrikkelijk. Igby's ouders bestaan uit een gast die gek is geworden en een pillenverslaafde moeder met kanker. Zo zijn er nog wel wat personages met defecten op te noemen, waarvan D.H. Banes mijns inziens de vermakelijkste is. Deze stiefvader wordt heerlijk neergezet door Jeff Goldblum, die ik de laatste tijd veel te weinig in films heb gezien. De rest van de vertolkingen zijn ook niet verkeerd en variëren qua niveau van adequaat (Claire Danes) tot goed (Susan Sarandon).
Protagonist Igby zal ik in dezen niet overmeld laten. Het broertje van het Home Alone mannetje doet zijn werk naar behoren. In conclusie valt op te merken dat indien je op zoek bent naar een lamme film met een goede rolbezetting, je bij Igby Goes Down aan het goede adres bent. Het niveau Catcher in the Rye wordt daarentegen niet benaderd.