Indien het enkel James Bond-achtige taferelen zijn waarnaar je op zoek bent in spionagefilms, dan is het verstandig The Ipcress File over te slaan. De op Len Deighton's gelijknamige roman gebaseerde film blinkt namelijk niet uit in actie en onrealistische verwikkelingen zoals 007 ze meemaakt. Wat deze (eveneens Engelse) film wel uitstekend doet is het brengen van een uiterst gestyleerde, met veel visuele flair gemaakte spionage-thriller met droge Britse humor en een behoorlijk coole hoofdpersoon. Deze Britse spion, Harry Palmer, wordt zeer bekwaam neergezet door Michael Caine, wellicht getypecast gezien zijn overige jaren '60 repertoire.
Bijster veel gebeurt er in de eerste paar aktes eigenlijk niet, wat mijn grootste klacht is ten aanzien van de prent. Des te knapper is het daarom dat de film toch weet te boeien. De redenen hiervoor gaf ik reeds aan; The Ipcress File is simpelweg van uitstekende makelij. Camerawerk en montage zijn voortreffelijk te noemen, terwijl de muziek van John Barry ook een duit in het zakje doet aangaande sfeeroverbrenging. Wellicht is het juist de combinatie van deze, positief in het oog springende factoren gecombineerd met de sloomheid die deze rolprent tot zo'n relaxede kijkervaring maken.
De plot waarin de gewiekste Caine de verdwijning van gehersenspoelde kerngeleerden onderzoekt en hierbij zelf in een web van intriges en verraad belandt, is niet onaardig te noemen, doch mijns inziens van ondergeschikt belang. De climax die de verhaallijn oplevert is echter vrij cool en zorgt voor een bevredigende afronding van deze alom gewaardeerde film.