Edmond is een gast van zevenenveertig die in een soort opvlieging besluit zaken voortaan anders aan te pakken. Zijn eerste daad hierbij is het verlaten van zijn vrouw, die hij vertelt dat hij al jaren niet meer van haar houdt. Edmond laat zijn eega verbijsterd achter en trekt het nachtleven van New York in. Op zich is hij op zoek naar zijn eigen identiteit, maar eerst wil hij eens goed van bil. Op zoek naar een geschikt mokkel wordt hij echter continu geflest en blijft hij berooid achter. Hierop besluit hij, in elkaar geslagen en vernederd, zijn trouwring te verpanden bij de lommerd en aldaar tevens een survival knife aan te schaffen. Opnieuw struint hij door de Big Apple en het duurt niet lang, of hij wordt aangesproken door een pooier. Deze is echter niet van plan Edmond te verblijden met vrouwelijk gezelschap, maar wil hem beroven. Een slechte keuze, want onze hoofdpersoon laat zevenenveertig jaar frustraties en conventies samenballen en mept de souteneur aan gort. Het voorval heeft een reinigende werking op Edmond en hij voelt zich voor het eerst in zijn leven geweldig. Zijn remmingen zijn hierdoor echter volledig verdwenen, hetgeen verstrekkende gevolgen heeft...
William H. Macy speelt een van zijn betere rollen als de tragikomische titelfiguur van deze zeer aardige film van Stuart Gordon. De prent doet aan als een plezierige mix van Falling Down, After Hours en American Psycho. Hoewel de film is gebaseerd op een toneelstuk van David Mamet, is Edmond verhaaltechnisch niet bijzonder doortimmerd opgebouwd. Dit wordt echter goed gecompenseerd met een interessante hoofdpersoon, zwarte humor en meerdere memorabele scènes. Bovendien heeft Edmond een speelduur van slechts drieenzeventig minuten, waardoor eventuele verveling wegens de matig uitgewerkte plot niet zal toeslaan.