Tony is een macho-mannetje dat schulden int voor een tamelijk onbeduidende gangster in Napels. Op een gegeven moment maakt de grootste maffioso van de stad, Scarface, een schuld bij van drie miljoen lire Tony's baas. Tony wil hogerop in de rangen en deze moeilijke klus aanvaarden zou dat wel eens kunnen bewerkstelligen. Bij Scarface aankloppen voor de poen lijkt hem een kamikaze-actie, dus besluit hij hem met behulp van een acteur vriend Rick te bestelen. Dit lukt wonderwel; sterker nog, er wordt zelfs tien miljoen lire buitgemaakt. "Dat ging wel erg simpel", denkt Tony en hij begint voor zichzelf. Scarface is daarentegen niet zo over de gang van zaken te spreken, waarop een bende-oorlog volgt. Met behulp van een tamelijk nichterige consigliere vagen Tony en Rick vervolgens het complete syndicaat van Scarface weg...
De Duitse titel van deze film dekt de lading mijns inziens het best: Zwei Supertypen Räumen Auf. Dit moge genoeg zeggen over de serieuze aspiraties, me dunkt. Deze rolprent is ongeveer net zo achterlijk van opzet als een andere misdaadfilm van Fernando Di Leo (La Mala Ordina) die ik recentelijk zag. Ook wederom wordt er echter genoeg vermaak geboden, waardoor de volslagen ongeloofwaardige plot niet irriteert. Sterker nog, ik vind het hier wel charmant. Fernando Di Leo weet in elk geval goed een lekker pulpachtig sfeertje neer te zetten, geholpen door coole muziek van Luis Enríquez Bacalov (o.a. Il Grande Duello en Si Può Fare... Amigo). Het gros van de actie bewaart de regisseur voor het einde, wat een heerlijk overdreven climax oplevert. Jack Palance doet overigens waar hij goed in is, namelijk het neerzetten van een vermakelijke slechterik.