Stel je voor: Je bent een Indiaan en wenst een alcoholische versnapering te nuttigen in een saloon. Een eikel van een xenofobische sheriff geeft je echter te verstaan dat je vanwege je inferieure, rode huid moet opzouten. Wat doe je? De hoofdpersoon in Chato's Land knalt de racistische ordehandhaver in deze situatie in elk geval af. Maar dat is logisch, de man wordt immers neergezet door Charles Bronson. Hoe dan ook, deze ontwikkeling vormt de opmaat voor de rest van de film. Onder leiding van Jack Palance gaat een geïmproviseerde posse vervolgens op jacht naar de Indiaan. Deze blanke gasten zijn echter in het nadeel; de elementen van de natuur worden onderschat. Bovendien beginnen ze onderling ruzie te maken. De Indiaan speelt in feite een sadistisch kat-en-muis-spelletje met de mannen, waarbij de muis in dit geval de slimste is. Een voor een vallen de mannen dan ook ten prooi aan de sluwheid van de Indiaan...
Een Indiaan die een oorlogje ontketent, omdat hij geen whiskey krijgt; dat klinkt op zich wel geinig, en dat is het ook wel. Helaas is dat gegeven zo ongeveer het enige echt vermakelijke dat deze western te bieden heeft. Chato's Land is vrij droge kost, gespeend van enige franje. Deze directe aanpak had kunnen werken, indien het scenario wat verrassender was geweest. Het verhaal biedt daarentegen niet veel meer dan een lineair plot, waarvan het einde meteen al te voorspellen valt. Bovendien zijn de karakters maar matig uitgewerkt, waardoor zowel Bronson als Palance nergens hun stempel op de film weten te drukken. De settings zijn overigens wél goed, wat meerdere fraaie plaatjes oplevert. Al met al is degelijk een juiste typering voor deze film, die vakbekwaam is gemaakt. Veel verheffends wordt er dus echter niet geboden, waardoor een lichte verveling zo nu en dan toeslaat. Derhalve zit een voldoende er niet in voor Chato's Land.