Nederlandsers houden ervan hun weekenden te besteden op allerlei festivals, braderieën, feesten, beurzen, bijeenkomsten en wat dies meer zij. Volgens een Chinese gids spenderen we hier met zijn allen zelfs 600 miljard euro aan. Je reinste onzin natuurlijk, maar feit is dat er in Nederland elk weekend tientallen dingen te beleven zijn en dat we deze met zijn allen maar al te graag bezoeken. Pretpark Nederland wil een inkijkje geven in dit wereldje. Om dit te doen worden er tal van dit soort activiteiten bezocht en verslagen. Een kleine selectie: De Libelledag, een fantasybijeenkomst, een chocoladefeest in Zutphen, de Vliegende Hollanderdagen in Terneuzen, de Gay Parade en Batavia Stad. Op veel van deze gebeurtenissen worden er sfeerblikken gegeven en interviews gehouden met de aanwezigen. Op zich niks mis mee en was de hele documentaire hiermee gevuld geweest dan was er wel van een succesje te spreken geweest. Zeker wanneer de meer bijzondere bezoekers zouden zijn geïnterviewd. Helaas wordt er veel nadruk gelegd op de organisatorische aspecten van de activiteiten. Dus zien we allerlei managers en ambtenaren die druk in de weer zijn met promoten en aansturen. Dit aspect voert duidelijk de boventoon in Pretpark Nederland. Hierdoor verschuift de focus van de documentaire naar een soort bedrijfskundig informatiefilmpje. Dat de meeste managers grote losers zijn -mijn excuses als u een van de managers bent die in Pretpark Nederland speelt, maar het is toch echt zo- maakt het geheel nog wel vermakelijk. De echte kneuterigheid van veel van de Nederlandse toeristische activiteiten biedt echter meer vermaak. Jammer dus dat documentairemaker Michiel van Erp niet kon kiezen tussen deze twee werelden. Er had dan namelijk een veel interessantere productie ingezeten.