Zoals de internationale titel van deze film, Somebody's Stolen Our Russian Spy, reeds doet vermoeden, is er een Russische spion ontvoerd. Het is aan geheim agent Charles Vine om deze kolonel Yevtushenko weer terug te brengen onder Brits gezag. De Chinezen en Albanezen hebben namelijk snode plannen met Yevtushenko in hun strijd tegen de Britten en de revisionistische Russen...
O.K. Yevtushenko is na Licensed to Kill (1965, Lindsay Shonteff) en Where the Bullets Fly (1966, John Gilling) het sluitstuk in de Charles Vine-trilogie, een korte serie parodieën op James Bond met Tom Adams in de titelrol. Waar de eerste twee delen nog in Engeland werden opgenomen gebeurt dat nu, waarschijnlijk omdat dat goedkoper was, in Spanje en Portugal. Ook op het Iberische schiereiland kun je de clichés van de 007-reeks uit de kast trekken, zo blijkt. Zo passeren lachwekkende schurken, mooie dames en geavanceerde speeltjes de revue. Het script mist echter de spitsvondigheid van een goede spoof, waardoor ik meestal meer het gevoel had naar een slap aftreksel te kijken in plaats van een parodie. Hier komt bij dat Tom Adams, hoewel op en top Brits, niet de flair heeft om Sean Connery het vuur aan de schenen te leggen. Zelfs het niveau van George Lazenby benadert hij zelden.
De prent komt wegens de goedkoopheid en het gebrek aan ideeën vooral de eerste drie kwartier behoorlijk futloos over. Hierin valt dan ook nauwelijks van enige actie te genieten en er gebeurt nagenoeg niets. In de tweede helft wordt de film gelukkig stukken beter. De film komt los met een aantal aardige actiescènes en om de humor kan zowaar een paar keer worden gelachen. De dames in deze film leveren ook een pluspuntje op. Nochtans kan ik moeilijk heenkijken door het feit dat er slechts een procent of vijftig van de speelduur de film ergens op lijkt. De eerste helft blijft, hoe je het ook wendt of keert, huilen met de pet op.
