Agnes White is verlaten door haar criminele man en haar zoontje is door een onbekende ontvoerd. Nu leeft ze alleen in een motel in een redneckdorpje, waar ze rondhangt in de lokale pottenkroeg en zichzelf thuis volstopt met alcohol en drugs. Na een avondje stappen blijft de haar onbekende Peter Evans slapen. Hoewel deze raar gedrag vertoond, begint Agnes hem al snel erg leuk te vinden, omdat hij niet uit is op seks maar op een goede vriendschap. Peter heeft echter wat problemen met defensie. Na een uitzending heeft hij een aantal jaar in een medische legerinrichting gezeten, waar hij naar eigen zeggen is geïnfecteerd met kleine insecten die hem langzaamaan opeten. Dat deze beelden voorkomen uit Peter's schizofrenie en claustrofobie komt niet in Agnes op. Al snel ontwikkelt ze dan ook dezelfde denkbeelden. Wanneer defensie op het spoor van Peter komt, sluit het tweetal zichzelf op. Koste wat kost willen ze niet in handen van defensie vallen.
"Een beetje vreemd, maar wel lekker" is een uitspraak om bepaalde films, waarvan je niet kunt zeggen waarom, maar die stiekem best goed zijn, te typeren. Voor Bug geldt vooral het eerste deel van die uitspraak. Vervolgens houd je wel hoop op dat tweede gedeelte, maar dat wil maar niet op gang komen. Waar dat precies aan ligt is niet helemaal duidelijk. Zal ongetwijfeld met mijn verwachtingen te maken hebben. Immers, met een titel als Bug en het predikaat horror, heb je al snel bepaalde ideeën. Die insecten blijken echter nooit echt te komen, evenals dat echte horror vooral erg op de achtergrond blijft. Meer is deze film een relatiedrama met een aantal voor de kijker onduidelijke (thriller-)momenten, overgoten met een psychedelisch sausje. Klinkt op papier heel redelijk, maar weet in de uitvoering toch vooral te verzaken door een verhaal dat maar niet op gang weet te komen.