Ghost Warrior opent met scènes die vierhonderd jaar geleden in Japan speelden. Een samurai verliest bij een gevecht zijn geliefde en maakt zelf een diepe plons in een ijszee, na te zijn neergeschoten met een pijl. Anno nu wordt de bevroren samurai gevonden en naar Los Angeles getransporteerd. In een research faciliteit krijgen ze hem weer aan de praat. Op een gegeven moment vindt de samurai het wel leuk geweest en rijgt een kerel (die uit was op zijn dure wapens) aan zijn katana. Hij gaat naar buiten en krijgt het al spoedig aan de stok met straatbendes. Ondertussen is de politie naar hem op zoek...
Het scenario van een ontdooid persoon uit het verleden is vaker gedaan. Het hangt dan gedeeltelijk af van die persoon of er iets leuks mee gedaan kan worden. Daar het hier een samurai betreft, zit dat in elk geval goed. Hoe hij op bloederige wijze slag levert met hedendaags tuig brengt het meeste vermaak. Dit gebeurt naar mijn smaak echter tamelijk laat. Pas na een dik half uur heeft de lol zijn aanvang. Ervoor hebben de scènes in het research centrum, alsmede de domme pogingen de samurai te laten integreren, plaats. Dit boeit allemaal niet zo en is erg afgezaagd bovendien. Enfin, hierna gaat de samurai tekeer, hetgeen vrij geinig is. Een fatsoenlijk einde wisten de makers dan weer niet te verzinnen, dus wordt er besloten de samurai te laten afknallen door de politie; een pover slot.
Grappig is de scène waarin de samurai gaat eten in een Japans restaurant. Ik parafraseer even een van de gasten: "Hé, daar heb je Toshirô Mifune. Ik zei toch dat dit een hippe tent was!"