Duiken voor je brood. Dat klinkt natuurlijk fantastisch, maar als je al vier maanden geen land onder de poten hebt gehad, dan wil je wel eens vrij. Om je liefhebbende vrouw en kinderen te zien; ik noem maar eens een motief uit deze film. Drie beroepsduikers zitten al in de helicopter op weg naar huis, maar worden teruggeroepen voor een zogenaamd simpel klusje. Een oliemaatschappij dringt er namelijk sterk op aan. Door een onderzeese leiding wordt geen olie meer gepompt en dat kost 200.000 pond per minuut. Tja, ik had gezegd: "Zoek het maar uit", maar dat doen deze drie dus niet.
Een makkelijk akkefietje wordt het niet, anders had je immers geen spannende film. Twee van de drie dalen af in een capsule, waarvan prompt een veiligheidslijn breekt. Daar zit je dan op de bodem van de zee, met nog maar twee uur zuurstof. De redding is niet nabij. Er zijn allerlei problemen met reserve onderdelen en een reddingshelicopter. De derde duiker trekt in een wanhoopspoging een scubapak aan om naar de andere twee te af te dalen. Dit moet hij met de dood bekopen. Ondertussen draait het duo in de capsule een beetje door. Ze hebben er namelijk weinig fiducie in dit nog te overleven...
Ik kijk zo'n beetje alle soorten films, dus waarom niet een duikfilm uit Noorwegen. De prent is niet slecht gemaakt, maar is grote delen vrij saai. Na een uur wordt het nog enigszins spannend, maar veel te weinig voor een thriller. Het acteren is oke en de claustrofobie en wanhoop worden aardig weergegeven, maar dit deed het hem allemaal niet zo voor mij. Na een aantal duikfilms te hebben gezien, heb ik het vermoeden geen liefhebber te worden van dit 'genre'. Dat deze film veel beter is dan de Hollywood duikproductie Men of Honor, spreekt wellicht voor zich, doch wens ik niet onvermeld te laten.