TopazHet is een leerzame bezigheid om enkele decennia na Hitchcocks dood het oeuvre van de oude meester nog eens te doorlopen. Sommige als klassiek bekend staande producties (Vertigo, Psycho) blijken nogal wat tekortkomingen te hebben, miskende werkjes zijn daarentegen soms beter dan verwacht. Topaz is zo’n meevaller. Hoewel niet echt groots, is het een aangename spionagethriller met een aantal uitstekende losse momenten.
De film speelt zich af in 1962, in het midden van de Koude Oorlog. Als een Russische geleerde met zijn gezin overloopt naar het westen, wordt hij langdurig aan de tand gevoeld over de code ‘topaas’: al wat hij weet te vertellen, is dat de Russen plannen hebben om raketten te plaatsen op Cuba. Omdat de Amerikanen zich geen spionageschandaal kunnen veroorloven, neemt geheimagent Nordstrom (Forsythe) zijn Franse collega Deveraux (Stafford) in de hand, die vervolgens afreist naar het eiland en met behulp van een maîtresse en een bevriend Cubaans echtpaar de Russiche activiteiten in kaart brengt. Hierbij komen zowel het echtpaar als de maîtresse om het leven, en na zijn terugkeer in Frankrijk, wacht Deveraux nog een derde onaangename verrassing: een van zijn beste vrienden blijkt te werken voor de Russen. Topaz is een verfilming van de gelijknamige roman van Leon Uris; het verhaal stijgt niet uit boven de handeling van een aardig jongensboek (Forsythe en Stafford als stoere knapen die de wereld redden), maar Hitchcock weet de vertelling goed naar zijn hand te zetten. We wippen van Kopenhagen naar Washington en via Havana – hup – naar Parijs, en overal gebeurt wel iets spannends. Er zijn een paar ‘stille’ scènes, doelbewust opgenomen zonder dialoog, die tot het beste horen wat Hithcock in het laatste deel van zijn carrière afleverde. De dood van Deveraux’s maîtresse, gefilmd met een hoge camera, is een absoluut hoogtepunt in ’s mans oeuvre: let op hoe de paarse jurk onder haar uitwaaiert als een plas bloed (Hithcock gebruikte in zijn zwart-wit periode vaak inkt om bloed te suggeren!). Twee aspecten halen het eindoordeel echter wat omlaag: er zijn teveel studio-opnames, en de film ontbeert een pakkend slot. Hitchcock was 70 toen de film werd gedraaid, en niet in goede gezondheid. Om hem te sparen, werden veel locaties in de Universal studios nagebouwd. Hierdoor krijgt de film een statisch, archaïsch aanzien: je waant je vaker in de jaren vijftig dan in de swingende jaren zestig. Het slot, of liever: het gebrek aan een passende slotscène, geeft de film bijna de nekslag. Hitchcock voorzag een ironisch duel tussen Stafford en zijn verraderlijke vriend in een Frans voetbalstadion. Het leek een treffende knipoog, alsof Hitchcock wilde zeggen: neem dit avonturenverhaal alsjeblieft niet al te serieus. Maar het publiek bij proefvertoningen snapte er niks van en de scène moest vervolgens sneuvelen. Met behulp van niet gebruikt materiaal, werd vervolgens een zelfmoordscène in elkaar gezet, die volslagen uit de lucht komt vallen, en totaal niet past. Jammer. Noot: Let ook even op John van Dreelen (foto linksonder). Hij was (voor Hauer en Krabbé bekend werden) geruime tijd Nederlands bekendste filmacteur. Hij speelt een van de Fransen.
Aanraders in overeenkomstige genres, volgens Boobytrap: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
Terug naar vorige pagina | Naar filmoverzicht |