Een dronken Yahhrrrrm rapporteert. Burp. Excuses voor dit intermezzo. Bwoah, het zou eenvoudiger zijn geweest indien ik bovenmatig enthousiast en- of verongeijkt zou zijn in het geval van deze spionagefilm, maar het tegendeel is waar. Het betreft hier namelijk vlees noch vis en dat behoeft helaas enige uitleg. Commissaris X , oftewel Jo Walker, is weer eens bezig aan een missie; ditmaal in Sri-Lanka. En laat nu net zijn maat kapitein Rowand op dezelfde plek bezig zijn aan een karate missie.
Captain Rowland beheerst karate. Dus dat belooft veel goeds! Daar komt bij dat zijn maat, Jo Walker, het vermogen aan de dag legt meerdere stewardessen tegelijk aan zich te kunnen binden. Wat een coole dude is het toch. Synopsis technisch is er een levensgevaarlijke wetenschapper bezzig met zijn bacteriologische oorlogsvoering. En deze gast heeft een legertje karate killers op zijn betaalrekening, Onder aanvoering van een kale gast die alleen maar kan vechten wanneer hij een stukje stof in zijn hoofd heeft, wordt getracht de machtsbalans in evenwicht te houden. Maar daar zijn Jo Walker en Captain Rowland...
Dit is al weer de vierde Kommissar X film die ik zag. Ik wist dus ongeveer wat me te wachten stond. De film pakt wederom uit met een plotje in de beste James Bond traditie, ditmaal met de exotische settings van Sri Lanka op de achtergrond. Daarover geen klachten mijnerzijds. De film doet het echter veel te kalm aan in het eerste uur. Er zijn wat intriges, hier en daar een flauwe grap, maar niet zoveel actie. Van dat laatste had ik wel wat meer verwacht, temeer daar de film zichzelf afficheert als een semi karate vehikel. Het laatste half uur is dan weer wel goed te pruimen. Hierin komen de ridicule uitwassen van het siponage genre veel meer aan bod en is er beduidend meer actie. De film sluit dus positief af, maar het is te weinig om het ietwat gezapige, lange, beginstuk te doen vergeten.