Twee spionnen zijn op zoek naar een schilderij van Francisco Goya. Martin Borman had het kunstwerk ooit gestolen voor Adolf Hitler, die er een schatkaart in had gestopt. Nu wordt het in Rome geveild, waar twee verschillende spionnen hun zinnen erop hebben gezet. Het schilderij trekt de aandacht van zeven vrouwelijke spionnen over de hele wereld, die allen een vervalsing van de prent in bezit hebben. De veilingmeester vermaakt zich kostelijk, want hij hij blijkt de meestervervalser te zijn die erachtert zit. Bovendien is hij niemand minder dan Martin Borman zelf...
Vincenzo Cascino schreef, produceerde, regisseerde en monteerde deze flauwe spionage komedie. Bovendien eist hij een van de hoofdrollen voor zichzelf op. Hoewel het ijver van de man niet ontkend kan worden, moet ik concluderen dat hij nergens echt goed in was. Het concept is nochtans aardig genoeg voor een komedie en er valt zo nu en dan te lachen om de grollen. Een fiasco is het dus niet, maar de algehele kluchtigheid met zijn repititieve melige situaties zorgt ervoor dat het humoristische effect taant naarmate het einde nadert. Naast de zeven dames en een paar domme vechtpartijen heeft de film verder eigenlijk niets te bieden.