Een gast uit Thailand moet de as van een dode naar diens familie in het wilde westen brengen. Hij heeft echter ook een zeer waardevol souvenir bij zich. De plaatselijke slechteriken krijgen hiervan lucht en willen de Thai bestelen. Maar ze houden geen rekening met de vechtkunsten van de Aziaat. Deze heeft bovendien al snel een vriend gevonden in de uitbater van een Chinees restaurant; ook al een Aziaat die rake klappen en - trappen kan uitdelen...
Deze film weet, op werkelijk afgrijselijke wijze, de genres western en martial arts te combineren. De prent is wel zo slecht, dat ik me er redelijk mee heb vermaakt. De dubbing is vreselijk. Vooral de Chinees is een stem mee gegeven die dermate afgezaagd is, dat ik er enkel om kon lachen. De regisseur en de rest van de crew, maar ook de acteurs zijn om te huilen zo slecht. Dit geldt ook voor de actie die totaal niet weet te overtuigen. Ook de kostumering laat nogal te wensen over. Met name George Eastman, die nota bene een sheriff speelt, lijkt te zijn weggeplukt van Woodstock. Het vechtgedeelte mag de naam martial arts niet dragen en is al even slecht als het geschiet. Ondertussen wordt er continu een Oosters bedoeld deuntje uitentreuren herhaald.
Er zijn meer kung fu spaghetti westerns gemaakt, maar The Tiger from the River Kwai is waarschijnlijk de goedkoopste. Bovendien hebben de makers van het medium film geen kaas gegeten. Paradoxaal genoeg is door de vreselijke onkunde, op alle fronten, de film alsnog enigszins de moeite waard.