Han is een afvallige shaolin monnik die zo'n beetje alle principes van het klooster verkwanselt. Vanaf zijn eiland regeert hij een crimineel imperium met als voornaamste activiteiten drugs- en vrouwenhandel. Kung fu expert Lee wordt door een geheime dienst gevraagd om Han op te ruimen, maar hij voelt er weinig voor. Wanneer Lee echter verneemt dat het de handlangers van Han waren die zijn zus de dood injoegen, verandert dit. Han organiseert jaarlijks een vechttoernooi om nieuwe mensen te recruteren. Een uitgelezen mogelijkheid voor Lee om geruisloos het eiland te betreden en wraak te nemen...
Bruce Lee, wat een geweldenaar! Er zijn in de filmgeschiedenis maar weinig acteurs geweest die zo'n sterke aanwezigheid hebben op het scherm. Daar doet Lee's matige Engels niets aan af. In het vechtgenre is hij, wat mij betreft, sowieso onovertroffen. Zijn souplesse en zijn snelle moves staan in schril contrast met het houterige, doch effectieve, hakwerk waarmee John Saxon hier komt aanzetten. Jim Kelly zorgt voor een blaxploitation tintje, terwijl Bolo Yeung, als de vervaarlijke handlanger van Han, minstens zo memorabel is als deze slechterik.
Enter the Dragon heeft zo zijn foutjes. Met name het verhaal is niet al te goed te noemen. Relevant vind ik deze makke niet; de prent draait immers om de vechtscènes, die anno nu nog steeds geweldig vermaak opleveren. Vooral het duel dat Lee en Han in de spiegelkamer uitvechten, blijft uitermate boeiend. Dit is gewoon een legendarische vechtfilm die met het gros van de moderne martial arts vehikels gemakkelijk de vloer aanveegt. Een heerlijke score van Lalo Schifrin zet de aangename toon voor deze klassieker. Wanneer je trouwens goed oplet zul je onder meer Sammo Hung en Jackie Chan als stuntmannen ontwaren.