Het laatste deel van de Gendarme-sage, en tevens de allerlaatste film van zowel Louis de Funès als Jean Girault, de regisseur van de zes gendarmefilms die nog voor de première van de film overleed. Girault werd diverse malen onwel op de set en uiteindelijk overgevlogen naar een kliniek in Parijs, waar tuberculose werd vastgesteld. Zijn assistent Tony Aboyantz werkte de film discreet af. De Funès overleed korte tijd na de première aan een hartinfarct. Volgens ooggetuigen was ook hij enkel keren onwel geworden op de set, maar had hij geweigerd om de productie te laten stopzetten.
Bij wijze van experiment, wordt het korps van Saint Tropez uitgebreid met vier stagiaires. Het gaat om vier jonge vrouwen, waardoor de toch al niet vlekkeloze discipline binnen het korps nog verder verslechtert. Om seksuele escapades te voorkomen, slapen de stagiaires bij de nonnen. Maar de dames zijn eigenwijs en opstandig, en tijdens een nachtelijk uitstapje wordt één van de stagiaires ontvoerd …
De laatse gendarmefilm werd niet geboren onder een gelukkig gesternte en wordt algemeen bestempeld als de zwakste van de hele serie. De film is inderdaad niet best, maar ook weer niet zo slecht als wordt beweerd. Doordat De Funès het rustig moest aandoen (zijn bekende woedeuitbarstingen zijn tot een minumum beperkt) is er wat meer verhaal dan gewoonlijk. Sommge grappen zijn aardig, andere van het niveau van de films rond het Volkwagentje Herbie. Er is echter ook een knaller van een scène waarin de welbekende Zuster Clothilde een 2CV in de prak rijdt. In 2010 werd deze scène herbruikt voor een reclamespot van Citroën.