The Adventures of Tintin: The Secret of the UnicornDe eerste ideeën van Steven Spielberg voor een speelfilm rond het personage Kuifje dateren van zo'n dertig jaar geleden. Spielberg ontdekte de boeken rond de razende reporter Kuifje (oftewel Tintin) tijdens het filmen van Indiana Jones and the Raiders of the Lost Ark (1981). Hij nam contact op met de Belgische auteur Hergé en kocht de rechten op van de verhalen, maar door de dood van Hergé werden de plannen op de lange baan geschoven. Pas toen Spielberg ontdekte dat Peter Jackson (van de Lord of the Rings cyclus) ook een groot Kuifje-fan was, kwam er weer schot in de zaak. Spielberg en Jackson wilden aanvankelijk een normale speelfilm draaien, maar dit idee werd al snel verlaten. De hypermoderne motion capture techniek bood uitkomst. Hierbij wordt wel gewerkt met echte acteurs, maar hun bewegingen worden gedigitaliseerd en op het beeldscherm geprojecteerd. Op die manier kan men de personages het postuur en de gelaatstrekken meegeven waarmee lezers van de boeken vertrouwd zijn. Het resultaat is verbluffend: Vanaf het eerste moment waant men zich in de wereld van Kuifje en Bobbie (hier Snowy). In het scenario zijn elementen verwerkt van drie verschillende boeken, De Krab met de Gulden Scharen, Het Geheim van de Eenhoorn en De Schat van Scharlaken Rackham. De Belgische reporter Kuifje koopt op de markt een schaalmodel van het schip De Eenhoorn. Onmiddellijk duiken er personen op die hem zijn nieuwe aanwinst afhandig willen maken. Er wordt ingebroken in zijn huis en een Amerikaan die hem wilde waarschuwen, wordt vermoord. Kuifje begint een onderzoek en ontdekt dat er drie schaalmodellen zijn, met drie kleine schatkaarten die tezamen leiden naar een verzonken schat. Puristen zulen zeker klagen over het verloren gaan van Herge’s befaamde ‘klare lijn’, maar dat lijkt me onzin: dit is geen tekenfilm. Ik was vooraf nogal sceptisch, maar het moet gezegd dat Spielberg Hergé eer aandoet. Dit is zo’n beetje de film die zich in mijn hoofd afspeelde toen ik als kind de boeken las. Wel werken sommige personages beter dan anderen. De in een permanente roes verkerende Kapitein Haddock werkt het best: het Schotse accent dat men hem heeft gegeven, voegt zelfs nog een rauw kantje toe aan deze even ruige als onhandige zeebonk. Kuifje en Bobbie werken naar behoren, maar Jansen en Janssen (hier Thomson en Thompson) willen maar niet echt tot leven komen. Wellicht zijn ze te karikaturaal om de stap naar een ander medium succesvol te zetten. Er is nog en ander probleem. De eerste twintig minuten, die zich in België afspelen, zijn zeer sfeervol. Men heeft zeer goed studie gemaakt van de architectuur van de Belgische huizen en steden. Als de film echter het ruime sop kiest, wordt de vertelling even razend als de reporter. We krijgen een tocht door de woestijn, een zeeslag, een onweer boven zee, een passage in het buitenverblijf van een sjeik, en alles ziet er even oogverblindend uit, maar we krijgen amper de tijd om ervan te genieten. Je zit erbij en staart ernaar. De plot over een verzonken schat en een eeuwenoude vete tussen de families Haddock en Rackham, is ook wat te ingewikkeld voor een film van zo’n 100 minuten die maar voortraast en voortraast. Het eindoordeel valt echter positief uit. Er wordt aan het slot al een vervolg aangekondigt. Peter Jackson (nu producer) zal het waarschijnlijk regisseren. We kijken er naar uit.
Aanraders in overeenkomstige genres, volgens Boobytrap: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
Terug naar vorige pagina | Naar filmoverzicht |