Oorspronkelijk zou dit een serieuze Bondfilm worden, maar Broccoli en Saltzman, de producers van de oorspronkelijke reeks, gingen daar niet mee akkoord. Met een parodie konden zij wel leven. En dus werd het lachen geblazen. Of niet?
James Bond is op pensioen maar wordt verzocht terug in dienst te treden om zijn krachten te meten met de misdaadorganisatie SMERSH. Bond weigert, maar dan wordt M vermoord. 007 wordt hoofd van MI6 en stelt een speciaal team samen, waarvan alle leden de naam James Bond zullen dragen, plus het rangnummer 007, dit alles om SMERSH in verwarring te brengen.
Vrijwel iedereen die anno 1967 enige beroemdheid genoot lijkt mee te doen aan Casino Royale, van Orson Welles tot Jaqueline Bisset, van William Holden tot Ursula Andres, en van Peter Sellers tot Woody Allen. Woody wie? Juist ja: Allen. Zelfs Jean-Paul Belmondo komt even om de hoek kijken. Er staan maar liefst 6 regisseurs op de titel rol, plus 3 scenaristen. En later werd bekend dat ook Woody Allen heeft meegewerkt aan het script, dit om de zaak te redden, want al snel werd duidelijk dat de productie in de soep liep.
De keuze voor David Niven als Bond op pensioen was aardig: Niven was ooit eerste keuze voor de rol van 007, maar werd uiteindelijk afgewezen omdat hij te oud was. Hij speelt Bond met een zekere gratie en waardigheid. De meeste aandacht gaat echter uit naar Ursula Andres als Vesper Lynd, en Peter Sellers als één van de vele alternatieve Bonds, maar Andress valt door de mand als actrice, en Sellers was zo ontevreden over het script dat hij diverse keren wegliep van de set. Ook had hij voortdurend ruzie met Orson Welles, waardoor diverse scènes niet konden worden gerealiseerd. Het resultaat is onsamenhangend, druk en lawaaierig. Voor een film met een dergelijk budget, zien veel sets er tamelijk knullig uit, maar het was een parodie, dus wie weet was dat opzet. Tot overmaat van ramp duurt de film nog veel te lang ook. Ik had drie dagen nodig om er doorheen te geraken.
Er zijn ook wel een paar positieve elementen: de filmmuziek van Burt Bacharach is een topper. De titelmuziek, gespeeld door Herb Alpert & the Tijuana Brass (wat een naam voor band!), krijg je niet uit je kop. Sommige scènes zijn erg leuk: de karate-expert die zichzelf knock-out slaat als hij wil salueren, Peter Sellers die een reeks imitaties weggeeft van historische personages, Belmondo als Franse officier die een woordenboek nodig heeft om al zijn woorden te vertalen, zelfs merde! En dan het slot: de grote schurk blijkt het neefje van Bond te zijn, gespeeld door Woody Allen. Hij wil alle mannen die groter zijn 4 foot 6 (1.37 m) uitroeien, zodat hij de grootste man op aarde zal zijn, en onweerstaanbaar voor vrouwen. Tja, wie zal dat bedacht hebben?