Voor You will meet a Tall Dark Stranger keerde Woody Allen terug naar Londen, de stad waar hij enkele jaren eerder een trilogie had gedraaid (Match Point, Scoop en Cassandra's Dream). Net als de verschillende delen van de trilogie, is het vierde uitstapje naar Londen een tamelijk grimmig werkstukje. De film is gedraaid in de losse, ogenschijnlijk lichtvoetige stijl die Woody doorgaans voor zijn romantische komedies reserveert, maar de toonzetting is donker en het verhaal wordt gaandeweg steeds pessimistischer.
Gemma Jones speelt een al wat oudere vrouw, Helen, die door haar man Alfie (Anthony Hopkins) aan de kant wordt gezet voor een (veel) jonger exemplaar. Ze bezoekt een medium, raakt aan de drank en loopt de deur plat bij haar dochter Sally (Naomi Watts). Het huwelijk van Sally heeft ook zijn beste tijd gehad: haar man Roy, een mislukte schrijver, heeft een oogje op de overbuurvrouw, een gitariste, en Sally zelf voelt wel iets voor haar baas, een echte Latin lover (gespeeld door Antonio Banderas). Alle betrokkenen willen iets anders dan ze hebben en jagen verbeten hun persoonlijke droom na ... om uiteindelijk te ontdekken dat de droom nog erger is dan de werkelijkheid.
Behalve het grimmige toontje voegt deze film weinig toe aan wat we al weten uit eerdere films van Woody, maar de acteurs die hij rond zich heeft verzameld, zijn in grote doen. Josh Brolin (niet echt een acteur die je met dit soort films vereenzelvigd) is verrassend goed als de nukkige schrijver die desnoods over lijken gaat, maar de film behoort toe aan de actrices: Ik heb Naomi Watts nooit zo goed zien acteren als hier en Freida Pinto is hartveroverend (als het enige echt positieve karakter in de film), maar de meeste bewondering gaat toch uit naar Gemma Jones, als de gedumpte vrouw die uiteindelijk iedereen meesleurt in haar eigen waandenkbeelden.