Deze film is een vervolg op Bang Rajan (2000), over een dorpsgemeenschap die maandenlang stand wist houden tegen het invasieleger uit Birma, enkel gewapend met stokken, messen, bijlen en pijl en boog. We zijn twee jaar na de gebeurtenissen uit deel 1: het dorp is gevallen, maar een aantal inwoners is ontsnapt en voeren vanuit hinderlagen verrassingsaanvallen uit op de bezetter in de jungle. Ook proberen ze leden van het verslagen Thaise leger te overtuigen om de strijd voort te zetten.
Dit tweede deel begint met twee actiescènes (de eerste wat langer, de tweede wat korter) die tot de meest woeste en gewelddadige horen die ooit op het witte doek zijn vertoond. Wie daar echter uit zou willen afleiden dat Bang Rajan 2 één van de meest opwindende film uit de laatse jaren is, heeft het mis: na het eerste half uur valt de handeling stil en wordt de tijd (zo'n 70 minuten!) gevuld met vlakke gesprekken, gezapige toespraken en wat romantisch gedoe. Pas tegen het slot krijgen we opnieuw twee bezienswaardige slagveldscènes (de eerste kort, de tweede wat langer).
Bang Rajan 2 is daarom wat moeilijk te beoordelen. Actieliefhebbers zullen hem zeker willen zien, maar ze kunnen zich net zo goed beperken tot het eerste en het laatste half uur. De film duurt veel en veel te lang en wordt ook niet geholpen door de beslissing om in een van de hoofdrollen de voormalige tenniscoryfee Paradorn Srichaphan te casten. Srichapian was ooit nummer 9 van de wereld, dus ik neem aan dat hij een voortreffelijk tennisser was, maar een groot acteur is hij niet. Tijdens de actiescènes weet hij zich echter dankzij zijn atletische vermogens heel aardig te redden, en zoals gezegd zijn die actiescènes de pièce de résistance van de film.
Korusawa blijkt in dit vervolg nog steeds een grote inspiratiebron, maar Scott's Gladiator heeft ook indruk gemaakt: de muziek lijkt verdacht veel op puur plagiaat.