De regisseur van The Conjuring luistert naar de naam James Wan en hij is de één van de bedenkers van de fameuze Saw-reeks. Terwijl anderen na deel 1 schatrijk werden dankzij de vervolgfilms, richtte Wan zich op andere projecten, die geen doorslaand succes werden. The Conjuring bracht echter een fortuin op. Maar er was ook kritiek vanwege het gebrek aan originaliteit.
Het uitgangspunt klinkt inderdaad overbekend: een familie (man, vrouw, vijf kinderen, allemaal dochters) verhuist naar een afgelegen landhuis, waar het onmiddellijk begint te spoken: de hond wil niet naar binnen (en wordt de volgende dag dood in de tuin aangetroffen), vogels vliegen zich dood tegen de muren, er hangt een vreemde lijklucht op de bovenverdieping en ‘s nachts worden de kinderen gekweld door een schimmige gestalte. Na enige tijd nemen de ouders contact op met twee onderzoekers van het bovennatuurlijke, een exorcist en zijn paranormaal begaafde echtgenote. Het tweetal heeft al menig spookachtig watertje doorzwommen, maar deze zaak slaat alles ...
Enfin, originaliteit hoeft men niet van The Conjuring te verwachten, het gegeven van het behekste huis is al tientallen keren eerder aangegrepen voor griezelproducties. Dat de film op ware gebeurtenissen heet te zijn gebaseerd, voegt weinig toe. Wan bouwt het verhaal echter goed op, en strooit onderweg handig met suggestieve hints en (soms hevige) schrikeffecten. Ook heeft hij betere acteurs en actrices tot zijn beschikking dan veel andere horrorregisseurs; met name Lili Taylor acteert sterk als de gekwelde moeder. The Conjuring is bekende kost, maar wie houdt van horror rond spookhuizen, geesten van de overledenen en duivelsuitdrijvingen, heeft er een aardige kluif aan.