Halverwege de jaren zeventig had de politiefilm de western vrijwel geheel verdrongen dankzij Clint Eastwood en Dirty Harry. Iedere actiester maakte dus politefilms, ook John ‘Duke’ Wayne. In Branningan is hij Jim Brannigan, een politeman uit Chicago die naar Londen wordt gestuurd om een Amerikaanse gangster op te halen die aldaar is gearresteerd.
De gangster, Larkin, was op borgtocht vrijgelaten en voordat Brannigan hem kan oppikken, wordt Larkin ontvoerd door lokale criminelen, die een losgeld voor hem eisen. De advocaat van Larkin wil betalen, maar Brannigan en zijn Britse collega van Scotland Yard willen tijd winnen omdat ze het zaakje niet helemaal vertrouwen. Inmiddels heeft zich ook een Amerikaanse huurmoordenaar in Londen gemeld, die door larkin is betaald om Brannigan uit de weg te ruimen ...
De ontvoering voegt een nieuw element toe aan het gegeven van de politieman die in een vreemde omgeving moet opereren en daar als een olifant door de porseleinkast davert. Voor het overige is Brannigan bekende kost, maar de nieuwe omgeving en de ironische aanpak van regisseur Hickox doen de oude Duke goed. Brannigan is een ouderwetse, vlotlopende thriller met humor en prima aciescènes; hoogtepunten zijn een wilde achtervolging door het centrum van Londen, die eindigt bij Tower Bridge, en een soort cowboygevecht in een saloon, pardon: pub.