Een groep jonge jongens belandt na een vliegtuigongeluk op een onbewoond eiland. De enige volwassene die de crash overleefde ligt op sterven, waardoor het aan de jongens zelf is om te overleven. Al snel vormen zich verschillende groepen op het eiland, met verschillende leiders. Lijnrecht tegenover elkaar staan Ralph, die de groep bij elkaar wil houden, en Jack, die vindt dat degenen die jagen zelf recht hebben op de buit. Door de tegenstelde persoonlijkheden ontstaat er al snel een kleine koude oorlog op het eiland, die uiteindelijk resulteert in onderling geweld.
Tweede verfilming van het gelijknamige boek van William Goulding uit 1954. In 1963 verscheen er onder deze titel immers een eerste filmversie. Handig als ik ben heb ik die eerdere film nooit gezien, dus een vergelijking is niet mogelijk. De publieke opinie is echter dat de eersteling beter is dan nummer twee. Dat zal best, maar dat maakt niet dat de 1990-versie toch een behoorlijk aangenaam werkje is.
Dat zit hem vooral in het aanstekende acteerwerk van de hoofdrolspelertjes. Het zal je als kijker weinig moeite hebben om mee te leven met Ralph en zijn onderknuppeltje, de dikkige en zielige Piggy. Jack is daarentegen daadwerkelijk een jochie waar je als kijker een hekel aan krijgt, ondanks dat je aanvoelt dat zijn aanpak de betere is. Wanneer de onderlinge stammenstrijd escaleert en er slachtoffers vallen is dat toch even slikken voor de kijker. Geweld is van alle tijden en van alle leeftijden, dat is de boodschap van Lord of the Flies. Mijn boodschap is dat dit een prima avonturenfilm is, die zowel jongeren als volwassenen zal aanspreken.