In The Equalizer speelt Denzel Washington een CIA-veteraan, Robert McCall, die zich uit de actieve dienst heeft teruggetrokken. McCall heeft zijn eigen dood in scène omdat hij genoeg had van de smerige zaakjes die hij voor de CIA moest opknappen en heeft nu een rustig baantje bij een hardware shop. Op een avond ziet hij hoe een jonge prostituée, Alina (Chloë Grace Moretz), wordt gedwongen om met een gewelddadige klant mee te gaan. De volgende dag ligt ze zwaar toegetakeld in het ziekenhuis. McCall probeert haar vrij te kopen van de Russische Mafia maar krijgt nul op rekest ...
Het eerste halfuur van The Equalizer is tamelijk ingehouden en verrassend sterk: de combinatie Denzel - Chloë klikt voortreffelijk, maar dan verdwijnt zij plots uit de film (ze keert pas terug in de slotscène) en komen we in een heel ander soort productie terecht: McCall ontpopt zich tot een man met bovennatuurlijke krachten die in zijn eentje de complete Russische maffia uitdunt. Als de big boss uit Moskou nieuwe mensen blijft sturen, reist McCall af naar de Russische hoofdstad om voor eens en voor altijd een einde te maken aan de terreur.
Een ironische inslag zou de film goed hebben gedaan, maar de toon is doodernstig. De enige die de zaak met een knipoog benadert, is Marton Csokas, die heerlijk schmiert als de Russische hitman. The Equalizer wordt ook gekenmerkt door de wat prekerige passages die een vast onderdeel lijken te worden van de films van Denzel Washington (hij is een belijdend christen): zelfs de grootste schurken krijgen een ultieme kans om zich te bekeren door 'het goede te doen'. De Equalizer is een messianistische strijder die de kwetsbaren in bescherming neemt tegen de goddelozen en gewetenlozen. Een interessant idee, maar ook een idee dat een betere film verdient.
The Equalizer werd overigens een geweldig kassucces. Een vervolg is reeds afgekondigd.