In de vijfde film in de reeks, keren we terug naar de basis. Na een intermezzo met een andere acteur en een ander (op Bourne gelijkend) personage, keert Matt Damon terug als Jason Bourne. Hij kampt nog steeds met partieel geheugenverlies, maar de herinneringen aan zijn duistere verleden worden steeds sterker en daarbij komen verrassende zaken aan het licht ...
Het spoor van Bourne wordt opgepikt door het nieuwe hoofd van de computerafdeling van de CIA, Heather Lee. Zij waarschuwt haar chef, directeur Dewey, maar ontdekt al snel dat er iets niet klopt: Psychologisch onderzoek heeft uitgewezen dat Bourne een patriot is, maar Dewey lijkt hem vooral te zien als een vijand en hem daarom te willen elimineren. Heather besluit om Bourne een kans te geven, maar geraakt daardoor zelf in levensgevaar. Intussen ontdekt Bourne dat zijn vader, die hem inspireerde om toe te treden tot de geheime programma's van de CIA, niet door terroristen werd vermoord, maar door duistere krachten binnen de CIA zelf ...
Regisseur Paul Greengrass (ook hij keerde terug) strooit met wilde achtervolgingen, dubbelzinnige personages en hyperkinetische vuist- en vuurgevechten. Wonder boven wonder valt de plot - ondanks alle dolle wendingen - redelijk goed te volgen (in eerdere afleveringen was dat soms wel anders). Een rimpelige Tommy Lee Jones lijkt zich te vervelen als de grote schurk maar er zijn mooie bijrollen van Vincent Cassel (als de meedogenloze killer die op het spoor van Bourne is gezet) en vooral de Zweedse actrice Alicia Vikander (bekend als de sensuele androïde uit Ex-Machina), één van die actrices die een film in vuur en vlam kunnen zetten door simpelweg in beeld te verschijnen. Afgezien van Vikander is er weinig nieuws onder de zon, maar fans van de serie zullen hun hart ophalen: Jason Bourne biedt precies waar zij op zaten te wachten.