De spionnen van Kingsman zijn het slachtoffer van een terroristische aanslag. Een aantal goede collega's komt om het leven en alle gebouwen zijn vernield. De Britten volgen een aantal aanwijzingen die ze in dit soort noodgevallen moeten opvolgen. Dat brengt ze naar de Verenigde Staten, waar een Amerikaanse evenknie van Kingsman blijkt te bestaan. Gebroederlijk willen ze wraak nemen op de aanslagpleger: een gestoorde drugdealster die zich ophoudt in de jungle.
Damn, wat is dit vervolg op
Kingsman: The Secret Service uit 2014 weer een leuke film. Enige scepsis vooraf is bij vervolgfilms meestal op zijn plaats, maar in dit geval weet men alle sterke punten uit het eerste deel opnieuw te gebruiken.
Kingsman biedt een bijzondere combinatie van strakke actie en sterke humor. Op alle vlakken zou je dit een
James Bond in het kwadraat kunnen noemen. Waar die laatste de afgelopen jaren echter grossiert in vrij serieuze actiefilms, gooit
Kingsman het dus over een andere boeg. Het is onrealistisch en over de top, maar toch weet men ook emotionele gebeurtenissen in te brengen. Zo gaat een aantal favoriete karakters in deze film dood (RIP Merlin).
Waar Kingsman echt heel sterk in is, is het neerzetten van sfeervolle karakters en locaties. Een voorbeeld is de geheime drugsbasis midden in de jungle, die gemodelleerd is naar een Amerikaans stadje uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Maar dan wel inclusief robots, waaronder een aantal megahonden met stalen kaken en een meatgrindermachine. In de cameo's treffen we de Engelse zanger Elton John aan, die zichzelf behoorlijk in de zeik neemt en daarmee voor flinke komische noten zorgt. Dit soort voorbeelden van absurditeit maken
Kingsman een genot om te kijken. Op naar deel drie!