De eerste wereldoorlog loopt bijna op zijn einde. Majoor Whittlesey krijgt een fijne opdracht: Hij moet zijn bataljon tussen de vijandelijke linies manoeuvreren. Zeshonderd man vechten als leeuwen terwijl ze van alle kanten worden aangevallen. Ze hebben bijna geen eten, geen water en de munitie raakt ook op. Het bataljon is al afgeschreven door de generaal, maar ze houdt stand. Zich overgeven doet het bataljon niet, terugtrekken evenmin. Van de zeshonderd man kunnen slechts tweehonderd het navertellen. Waargebeurd verhaal dat maar weer eens aantoont dat je beter generaal kunt zijn dan soldaatje. Ooorlogsfilms moeten het naar mijn mening hebben van de gruwel die oorlogen te bieden hebben. Wat dat betreft werd ik op mijn wenken bediend met deze film. Een hoop soldaten wordt aan flarden geschoten, gebombardeerd en neergestoken. Dit alles wordt secuur en grafisch in beeld gebracht alsof je er midden in zit. Veel tijd voor zeikerig drama wordt er gelukkig niet vrijgemaakt.