Katakuri-ke no kôfuku (The Happiness of the Katakuris)
Dat de immer bedrijvige Takashi Miike regelmatig met afwijkende films komt aanzetten, mag geen verrassing worden genoemd. Ook Katakuri-ke no kôfuku ( The Happiness of the Katakuris ) stelt wat dat betreft niet teleur. De film is een vreemde cocktail van zwarte humor, romantiek, klei-animatie en cheesy liedjes. Origineel is de film absoluut, maar wat betreft de musicalnummers ben ik er niet goed over te spreken. Deze zijn in hun stupiditeit soms zelfs te pruimen, maar zijn veel te frequent aanwezig. Getuige de poster is er getracht een parodie op The Sound of Music te maken. In die opzet zijn ze geslaagd, doch is het de vraag in hoeverre men hier op zit te wachten. Ik zelf kon het ritje met gematigd plezier uitzingen. Wat betreft de synopsis kan ik kort zijn. Een familie losers gaat in de middle of nowhere een hotel drijven, omdat er ooit een grote weg zal worden aangelegd. Met de klandizie zit het niet echt snor en als er eindelijk eens een klant is, pleegt die zelfmoord. Latere bezoekers leggen ook allemaal, op telkens vreemde wijze, het loodje. Terwijl ze de lijken begraven om klanten niet af te schrikken, droomt de familie (al zingend) van geluk.