In deze film gaat Charlie Chaplin op zoek naar goud in de bergen. Hij belandt hierdoor in een berghutje met twee andere goudzoekers. Een ervan is een boef, de ander een vriendelijke maar lompe man. Door de sneeuwstorm buiten, zitten ze vast. Op gegeven moment trekken ze ieder een kaart om te beslissen wie naar buiten moet om eten te zoeken. De boef moet weg en keert niet terug omdat hij een berg met goud heeft gevonden. Als Chaplin en de man helemaal uitgehongerd zijn, besluit Chaplin om maar eens zijn linkerschoen te koken. Van vel en touw maakt hij een nieuwe schoen. Op gegeven moment is de storm over en gaan de twee ieder zijn eigen weg. De man stuit hierbij op de hoop met goud maar raakt slaags met de boef: Hij verliest hierdoor zijn geheugen terwijl de boef in een ravijn stort.
Ondertussen is Charlie terug in de stad waar hij smoorverliefd is geraakt op een meisje die hem totaal niet ziet zitten aangezien hij een enorme pauper is. Zij doet wel alsof zij verliefd is op hem om zo grapjes met zijn vriendinnen uit te kunnen halen. Maar hoe klunzig Charlie ook is, uit alles blijkt hoe smoorverliefd hij is. Dit alles verandert echter als Charlie de man ontmoet uit de berghut en zij samen het goud ophalen en miljonair worden (vrouwen he...). 3 keer raden hoe het afloopt!
Zoals in de meeste Charlie Chaplin films zitten er een aantal stukken in die zeer memorabel zijn en die de film sowieso de moeite waard maken! Voorbeelden in deze film zijn het koken van de schoen en de scene waarin het hutje op de rand van een afgrond hangt en elke scheet de hut verder doet kantelen. Het is gewoon erg goed vermaak! Het is dan ook jammer dat Charlie Chaplin steeds minder bekend raakt.