Budget-genie Roger Corman was vroeg klaar met het schieten van The Raven en gebruikte set en hoofdrolspeler (Boris Karloff) van die film om in drie dagen, met de hulp van onder meer Francis Ford Coppola, The Terror te draaien. Het resultaat is er in mijn optiek niet minder om. Het is een goedkope, doch sfeervolle griezelaar geworden met een vermakelijke, jonge Jack Nicholson als de verdwaalde edelman Lt. Duvalier die een mysterie wil ontrafelen.
Duvalier ziet namelijk regelmatig de geest van een aantrekkelijke vrouw verschijnen. Overtuigd van het feit dat hij niet gek is, gaat Duvalier op onderzoek uit. Zijn speurtocht leidt naar het kasteel van Baron von Leppe, alwaar Duvalier als een olifant in een porseleinkast zijn bemoeizuchtige nieuwsgierigheid tentoon spreidt.
De Baron is hem liever kwijt dan rijk, want hij heeft het nodige te verbergen. Er heeft zich namelijk een crime passionel afgespeeld in het nu spokende kasteel, waarbij de Baron betrokken is geweest. Met geweld zal Von Leppe de luitenant echter niet verdrijven, daar hij respect heeft voor mede-aristocraten. Zijn butler Stefan is daar echter wel voor te porren, vooral omdat Duvalier hem blijft commanderen. Dan is er ook nog een rol voor een mysterieuze oude heks, die samen met haar vogel een wraakplan op het menu heeft staan. Zaken liggen echter anders dan ze lijken in huize Von Leppe...
Hoe de vork uiteindelijk in de steel steekt valt nauwelijks te raden, dus dat zal ik hier niet verklappen. Deze film is uiteraard geen meesterwerk, maar verdient toch louter complimenten. Van begin tot einde weet deze minimalistische (o.a. budget, plot) film te boeien, door een goede sfeeroverbrenging. Karloff is voor de verandering eens in vorm en Nicholson zorgt voor de passende onderkoelde humor met zijn droge spel. Respect voor Roger Corman; het wordt hoog tijd voor een oeuvre-Oscar voor deze man.