In 1976 vertaalde Pasolini het onafgemaakte Les 120 journées de Sodome van derderangs pornograaf de Sade naar het witte doek. Wie wel eens wat gelezen heeft van deze literair overschatte markies, weet wat te verwachten; namelijk taboeloze en dikwijls smakeloze porno, zo nu en dan geïnterrumpeerd door hoogdravend nihilistisch geneuzel. Pasolini heeft het voornoemde werk eer aangedaan. Het is namelijk net zo pretentieus en van even slechte makelij. Tevens heeft het resultaat zijn uitwerking niet gemist op het publiek. Berucht om zijn expliciete inhoud, is Salo nog steeds verboden in een groot aantal landen. Door deze dubieuze reputatie twijfelde ik niet over de aanschaf van de film. Films die afwijken van de main stream dragen immers vaker wel dan niet mijn goedkeuring weg. Zo niet bij Salo, wat in mijn optiek slechts een zeer smakeloos, maar vooral monotoon fiasco is. Het verhaal heeft -evenals de tieners in deze film- weinig om het lijf`: Ten tijde van de tweede wereldoorlog ontvoert een aantal sexueel gestoorde, hooggeplaatste fascisten een stuk of twintig minderjarigen, om ze vervolgens in hun kasteel te verkrachten, stront te laten eten en te martelen. Dit gebeurt dan meestal terwijl een verlepte hoer ranzige verhalen voorleest. Aangezien dat de gehele plot is, vermoed ik dat regisseur Pasolini gokte op effectbejag, maar dat is in mijn geval niet gelukt. Ik frons enkel mijn wenkbrauwen bij het aanzien van dit soort rotzooi. Rotzooi dat op geen enkele manier weet te vermaken of aan het denken zet. Geweld kan entertainment inhouden, maar naar mijn mening niet als het verkrachtingen en pedofilie betreft. Het enige excuus voor het brengen van dergelijke excessen zou functionaliteit kunnen zijn, maar die is hier ver te zoeken. Vooraf hoopte ik op een film met veel bloed en martelingen, maar van tortuur is slechts op het einde een beetje sprake en dan ook nog van afstand gefilmd door een verrekijker. Het is vlees noch vis, dit goedkope excuus voor een cultfilm en essentiëel -zoals ´kenners´ de film betitelen- al helemaal niet. Theo van Gogh is trouwens niet de enige die werd vermoord na het regisseren van een ondermaatse film. Kort na het uitbrengen van Salo wachtte Pasolini eenzelfde lot. Dat zou vaker moeten gebeuren met regisseurs van bagger.