De nerdy kruimeldief Virgil Starkwell (Allen) groeit op een slechte buurt, heeft nergens talent voor en belandt zodoende in de criminaliteit. De hele film is een aaneenschakeling van meestal behoorlijk (en soms hoogst) hilarische voorvallen gedurende zijn carrière, aaneengepraat door een heerlijk quasi-serieuze commentaarstem, die het geheel een documentaire-sfeertje tracht te geven. Zo nu en dan komt er ook nog een interview tussendoor met mensen die met Virgil te maken hebben gehad, waaronder zijn ouders (met geinige vermommingen) en een getuige van één van zijn (mislukte) misdrijven, die maar niet ter zake kan komen.
Eén van de geinigere films die ik de afgelopen tijd heb gezien! Schitterend vond ik o.a. de scène waarin Virgil met zijn cello in een fanfare meeloopt, terwijl hij ook een stoel meesjouwt om op te kunnen spelen, maar daar steeds net niet aan toe komt, omdat `ie anders achterraakt. De ontsnapping uit een werkkamp met vijf andere vastgeketende gevangenen is een ander hoogtepunt. Uiteraard komt ook de liefde om de hoek kijken en zoals het een Woody Allen-film betaamt weet `ie weer een mooie chick te strikken (dat is eigenlijk al grappig op zich), maar dit stoort gelukkig niet echt. Het bewijs dat comedy`s niet platvloers hoeven te zijn! Aanrader!