Miniserie van 7,5 uur over het leven (en de dood) van de Vader des Vaderlands. De jonge mof Willem krijgt door een erfenis zeggenschap over een aantal aardige lappen grond in de Nederlanden en Frankrijk. Hij verhuist naar Brussel, waar keizer Karel V zich over hem ontfermt. Karel behandelt hem als z`n zoon, terwijl zijn èchte zoon Filips II zich in Spanje in het klooster voorbereidt op zijn troonopvolging. Filips ziet zijn vader slechts zeer zelden en is sterk verbitterd over de liefde en aandacht die Karel wèl aan Willem geeft, ondanks Willems weinig godvruchtige gedrag. Als de keizer sterft en Filips de troon overneemt, koestert hij dan ook hevige wrok jegens Willem, die later zeker niet minder wordt, wanneer Willem zijn loyaliteit aan de Spaanse troon laat varen. Dit omdat hij een fel tegenstander is van de bloedige Inquisitie, waarmee de Spanjaarden dood en verderf zaaien onder de protestanten in Europa. Filips stuurt landvoogd(ess)en en bezettingsmachten richting de Nederlanden, maar Willem weet hen òf in te palmen òf neer te slaan. Ondertussen trouwt hij nog een keer of vier en krijgt een karrevracht kinderen, maar dat weerhoudt `m er niet van zich ook met andere vrouwen in te laten en zich een slag in de rondte te zuipen. De bijnaam Willem de Zwijger lijkt trouwens niet echt terecht; want Krabbé lult wat af in z`n rol! Filips II besluit uiteindelijk om zijn aartsvijand uit de weg te laten ruimen door een huurmoordenaar. De eerste keer mislukt dat, maar een tweede poging, waarbij Balthasar Gerards de trekker overhaalt, wordt Willem van Oranje-Nassau fataal.
Het is een lange zit, maar dit zou eigenlijk -weliswaar in ingekorte vorm- verplichte kost voor elke Nederlander moeten zijn, bij voorbeeld in het geschiedenisonderwijs. Willem Nijholt krijgt het goed voor elkaar om Filips II lekker theatraal als een enorme buttgast neer te zetten. Positief ontving ik de acteerprestatie van voormalig drankorgel en chansonnier Ramses Shaffy, die een behoorlijke Graaf van Egmond speelt. Hij blinkt dan wel voornamelijk uit in de bacchanale scènes, maar dan nog. Jeroen Krabbé is gewoon degelijk in zijn titelrol en bewijst wederom één van de grootste Nederlandse acteurs van zijn tijd te zijn. Zijn zoon en tegenwoordige huiskamerverbouwer en idoolzoeker Martijn heeft ook nog een klein rolletje als zoon van Willem, die in de zak mee naar Spanje wordt genomen. Daarnaast valt er voor het jeugdige mansvolk nog het één en ander te genieten, vanwege de zelden aflatende aanwezigheid van blote tieten (dat rijmt).
Jammer is dat het budget beperkt was en voornamelijk is opgegaan aan de -overigens prachtige- kostuums, waarbij voor de decors mijns inziens te weinig overbleef. Buitenscènes zijn kleinschalig en uitsluitend in openluchtmusea en kastelen opgenomen en niet in de oude steden, waar in de werkelijkheid zich toch de meeste actie afgespeeld heeft. Als de hedendaagse technologie en/of een hoger budget voorhanden waren geweest had dat indrukwekkende beelden op kunnen leveren, zeker met gebruikmaking van film- i.p.v. televisiecamera`s. De beelden zijn nu helaas erg jaren-`80-televisie-achtig, met Familie Knotsbelichting...