In deze intrigerende documentaire wordt de band Metallica bijna twee jaar gevolgd, terwijl ze bezig zijn aan het album St. Anger. De film verschaft een aardig inzicht in de band, die blijkt te bestaan uit pathethische rukkers. Krampachtig proberen ze niet als oude lullen over te komen met hun heavy muziek, maar het is allemaal niet meer wat het geweest is. Dit komt niet in de laatste plaats door allerlei persoonlijke problemen.
Zanger James Hetfield blijkt een alcholistische dictator en Lars Ulrich een gefrustreerde jankerd. De drummer wordt, door het aanklagen van Napster, het gezicht van de strijd van musici tegen illegaal downloaden van muziek. Dit terwijl Metallica in de jaren ´80 nota bene groot is geworden dankzij tape traden en bootlegs! Voormalig lid Dave Mustaine kan er echter ook wat van. Nadat hij wegens wangedrag in een vroeg stadium uit de band is getrapt, richt Mustaine uit frustratie de band Megadeth op. Dit doet hij enkel om te wedijveren met zijn voormalige collega´s, maar dat lukt nauwelijks, met als gevolg dat hij al twintig jaar met een complex loopt. Bassist Jason Newsted houdt het in 2001 voor gezien, als Hetfield niet accepteert dat hij bezig is met zijn andere band Echobrain. Newsted was overigens de opvolger van de in 1986 overleden Cliff Burton en is in die vijf jaar nooit volledig geaccepteerd. Dat bevreemdt mij op zich weinig, gezien het feit dat hij op mij overkwam als de meest normale gast van de formatie. Over de totaal nietszeggende gitarist Kirk Hammett heb ik overigens geen mening.
Ondertussen laat Hetfield een tijd niets van zich horen, omdat hij wil afkicken van zijn alcoholverslaving. De band is op sterven na dood. De volgevreten miljonairs huren zelfs een psychiater in om hen te helpen. Allerlei onderhuidse frustraties komen hierbij naar boven. Vooral de puberale ruzies tussen Hetfield en Ulrich zijn te triest voor woorden. Met producent Bob Rock -de man achter de commercialisering van Metallica- als bassist en de herboren brave huisvader Hetfield weer terug, nemen ze het album St. Anger op. De film wil doen voorkomen alsof de band weer terug is van weggeweest, maar dat is een loopje nemen met de werkelijkheid. St. Anger is namelijk het grootste klotealbum dat de heren tot op dat moment hebben gemaakt.
Met de komst van de begaafde bassist Robert Trujillo (o.a. Suicidal Tendencies) zou er echter weer een frisse wind door de band waaien. Het zal allemaal wel. Wat mij betreft kan Metallica het beter voor gezien houden. Dit neemt niet weg dat ze met Some Kind of Monster voor een vermakelijke, zij het erg lange documentaire hebben gezorgd.