De Derde Wereldoorlog is op zijn einde en heeft wereldwijd vele slachtoffers gekend. Een nieuw regime besluit dat een dergelijke gebeurtenis nooit meer mag voorkomen. Zij besluiten dat negatieve menselijke emoties de veroorzaker zijn van alle oorlogen. Om het zekere voor het onzekere te nemen wordt de mensheid door middel van verplichte drugs de mogelijkheid tot het uiten van elke soort emotie ontnomen. Bovendien worden alle uitingen van kunst ook verboden, daar deze emoties zouden kunnen opwekken. Wat dan overblijft is een kale, grijze en vooral enorm saaie wereld, waarin niemand te vertrouwen is. Bovendien zijn er door het regime zogenaamde clerics ingesteld, die met alle middelen overtreders van de regels uit de weg mogen ruimen.
Een dergelijke cleric is ook John Preston. Hij is zo geïndoctrineerd door de juistheid van het systeem dat hij er zelfs niet voor terugschrikt om zijn collega en vriend uit de weg te ruimen, omdat deze na een inval een boek heeft achtergehouden en hierin leest. Bij een nieuwe inval ontdekt Preston een kamer die helemaal volstaat met oude gebruiksvoorwerpen. Normaal gesproken zou hij dit meteen laten vernietigen, maar op een of andere manier wordt hij geraakt door de schoonheid van de objecten. Deze gebeurtenis geeft hem de revelatie dat het regime eigenlijk ook maar een butleven voorschotelt aan haar onderdanen. Preston stopt met het nemen van zijn dagelijke dosis drugs en begint langzaam maar zeker weer het leven te voelen. Hij begint net als zijn door hem vermoorde collega een verzameling verboden objecten in zijn leven aan te leggen. Daarnaast komt hij ook in contact met een soort verzet, die in een onderwereld leven waarin wel nog uitingen van emotie en kunst mogelijk zijn. Zoals te verwachten valt komen Preston's collega's achter zijn verraad. Hij moet zich in allerlei bochten wrikken om zijn dubbelleven geheim te houden. Dan wordt hem een aanbod gedaan; als Preston de ultieme leider weet uit te schakelen zou er een revolutie tegen het systeem kunnen ontstaan. Deze opdracht neemt hij aan, maar makkelijk blijkt het niet te zijn.
Het predikaat B-film is er eentje die door de meeste mensen waarschijnlijk op deze film zou worden gespeld. Dit is op zich zeker niet onterecht. Equilibrium heeft namelijk alle ingrediënten die het tot een dergelijke film maken. De acteurs zijn niet de allerbeste, het sci-fi sfeertje ademt een zeker amateurisme en het verhaal zal maar weinig mensen kunnen bekoren. Toch kan ik niet anders dan zeggen dat ik blij verrast werd door Equilibrium. Dit komt met name door de fantastische sfeer die de totalitaire wereld die wordt neergezet uitademt. De settings zijn continu donker van kleur en emoties worden inderdaad nauwelijks getoond door de personen in deze wereld. Daarnaast is er voortdurend een voelbare zweem van aggressie en onderdrukking. Wat sfeer betreft weet deze rolprent genre-genoten als The Matrix wat mij betreft achter zich te laten. Naast de fantastische sfeer valt ook de hoge kwaliteit van de actie op. Hoewel ook hier The Matrix weer genoemd kan worden als inspiratiebron, onderscheidt Equilibrium zich duidelijk door de veel grotere nadruk op aggressieve actie en massale gevechten. De choreografie van de schietpartijen is knap gemaakt en verdient het zeker hier vernoemd te worden. Als laatste wil ik nog de vele onverwachte plotwendingen noemen, die het verhaal nergens saai maken. Naar het einde toe weet zowel Preston als de kijker niet meer waar hij aan toe is en wie wel en niet te vertrouwen zijn. Equilibrium is een onverwacht goede film waar eigenlijk weinig op aan te merken is. In zijn genre zeker een van de betere die ik in recente jaren heb gezien.