In de nasleep van een bankoverval komt een doorgewinterde, corrupte smeris de psychisch getergde chirurg Eugene Grimes zieken. Dit doet hij uiteraard voor de knaken die bij de overval zijn buitgemaakt. Hierbij gaat hij Grimes psychisch martelen en haalt diens huis overhoop op zoek naar aanwijzingen. Hoe meer hij over Grimes te weten komt, hoe fascinerender hij hem vindt. Grimes blijkt namelijk een erg stoere, doch tevens nobele kerel te zijn. De agent trekt zich Grimes' lot aan en wanneer hij verneemt van een geplande wraakactie van Grimes, schiet hij hem te hulp. Zaken blijken echter niet zo in elkaar te steken als ze lijken...
De typering slecht is in het geval van Bad City Blues synoniem aan die van irritant. Telkens als de film interessant dreigde te worden, volgde er een ontwikkeling waaraan ik me ergerde. Dit wordt vooral veroorzaakt door het verhaal dat alle geloofwaardigheid mist. Bovendien vinden er allerlei ogenschijnlijk onboeiende flashbacks plaats. Op het einde worden zaken duidelijk, waardoor de prent als geheel toch coherent is. Het wegnemen van de irritaties doet dit gegeven echter niet. Je moet namelijk wel van er goede huize komen, wil je het hard maken dat een enorm door de clichés getrokken personage -de agent- totaal niet doet wat je van hem mag verwachten. Dat zo'n gast een fan wordt van een of andere pathethische kerel is mijns inziens een vreselijk tenenkrommende ontwikkeling.
De vorm waarin deze prent is gegoten werkt ook al voor geen meter. Je krijgt met Bad City Blues een vreemd mengsel van karakterstudie, misdaad en drama. Waar de misdaadelementen nog wel adequaat te noemen zijn, boeien de ontrafelde personages voor geen meter. Hierdoor ontstond er bij mij ook grote ergernis jegens het element drama, dat aldus geen enkele empathie wist op te roepen. Oh ja, Dennis Hopper's scènes zijn op drie vingers te tellen. Zijn personage heeft geen noemenswaardige functie en wordt reeds binnen het kwartier afgeknald.