Na Tales of Ordinary Madness en Factotum, is Barfly de derde Charles Bukowski-verfilming die ik in korte tijd heb gezien. Hoewel Barfly een aardige hoeveelheid vermaak biedt, is het naar mijn mening de minste van de drie. Het is simpelweg allemaal net wat minder; zowel narratief en cinematografisch als qua acteerprestaties.
Dat ook deze film verhaalt over een zuipende schrijver moge geen verbazing schetsen. Dit is dan ook allerminst mijn klacht, integendeel: Dit enkele gegeven, gecombineerd met de groezelige decors -bars in Los Angeles- verschaft het overgrote deel van het vermaak. De hoofdpersoon wordt echter op nogal curieuze wijze neergezet door Mickey Rourke. Zijn werkwijze bevreemdt mij en is mijns inziens niet een die past bij het neerzetten van een dronkelap. Vooral aan het feit dat hij ervoor gekozen heeft te praten als Snagglepuss (de titelpersoon uit de gelijknamige tekenfilm) kon ik maar moeilijk wennen.
Desondanks wens ik hem niet van een wanprestatie te betichten; dat zou te ver gaan. Wanneer ik echter zijn vertolking vergelijk met die van Ben Gazzara (Tales of Ordinary Madness) en Matt Dillon (Factotum), dan legt Rourke het af tegen beiden. Wat de drie films gemeen hebben is dat er nauwelijks een noemenswaardig verhaal wordt verteld. Dit breekt Barfly mijns inziens het meeste op, daar deze film dat gegeven het minst weet te compenseren met bijvoorbeeld sfeeroverbrenging en acteerwerk. Niettemin bevredigt het gebodene ruimschoots en moet ik de eerste Bukowski-verfilming die een onvoldoende verdient nog tegenkomen.