Revolverheld Django komt per toeval een premiejager tegen die het lijk van zijn vader bij zich heeft. Erg rouwig is Django niet om de dood van zijn pa, maar hij wreekt hem wel. Nu zijn vader toch dood is, kan Django net zo goed de $5000,- innen die zijn vader waard is. Hiervoor gaat hij naar Silver Creek, waar tevens blijkt dat zijn vader voor de helft eigenaar is van de plaatselijke bank. Django blijkt de helft van zijn vaders bezittingen geërfd te hebben. Bankier Kluster, tevens bad guy, is echter niet van plan zijn rijkdom door twee te delen en beraamt plannen om Django uit de weg te ruimen...
Django Shoots First is een niet onaardige aflevering in de eindeloze reeks onofficiële vervolgen op Sergio Corbucci's cultwerk Django. Django is hier een prettig arrogante gast, met een aardig gevoel voor humor. Hij lijkt, afgezien van zijn naam en schietkunsten, eigenlijk totaal niet op de originele, door Franco Nero vertolkte Django. De nonchalante Django die de Nederlander Glenn Saxson (echte naam Roel Bos) hier neerzet is exemplarisch voor de luchtige toonzetting van deze spaghettiwestern. Django Shoots First is klein van opzet en er gebeurt eigenlijk weinig spectaculairs. Humor is echter op aangenaam subtiele wijze aanwezig. Een perfect voorbeeld hiervan is de zeer droge slotscène, die bijna geniaal is te noemen in zijn effectieve eenvoud. Aardig zijn mijns inziens tevens de film-noir elementen die je kunt terugvinden in de film. Kort gezegd kan gesteld worden dat hier geen sprake is van een standaardfilm in het genre, maar een die op sympathieke wijze alternatieve kwaliteiten aan de dag legt zonder hierbij de principes van de spaghettiwestern te verloochenen.