Drie lompe zwervers vinden onderdak bij een afgelegen fort in Oregon. Hun enige kwaliteit is feitelijk dat ze de weg weten in de plaatselijke wildernis, maar dat is genoeg voor kost en inwoning. Een van die drie ongedisciplineerde klaplopers heeft de ambitie om soldaat te worden, doch hij wordt hiervoor niet beschaafd genoeg bevonden. Van Christelijke beginselen als 'Begeert de vrouw van uw naaste niet' heef hij in elk geval niet gehoord. Hij begint namelijk aan te pappen met de vrouw van de kolonel, die hier maar matig van gediend is. De kolonel vindt de gang van zaken uiteraard niet zo tof. Ondertussen is er een slag met de plaatselijke Indianen op komst...
Van een western verwacht ik wat meer actie dan ik hier voorgeschoteld kreeg. De climax zorgt wat dat betreft voor enige opwinding, maar de verveling is dan al te nadrukkelijk toegeslagen. De afgezaagde romantische perikelen op het fort en de irritante hoofdpersoon drukken dusdanig hun stempel op de film, dat ik de aardige actie op het einde met schouderophalen aanschouwde. Regisseur Anthony Mann werkte deze keer niet met zwaarwegende acteurs, maar had dat gezien het ondermaatse scenario beter wel kunnen doen.