Deze film zet het leven van David Helfgott op een mooie wijze in beeld. David is een apart figuurtje. Zijn dominante vader bepaalt veel van zijn jeugd, waardoor hij opgroeit tot een nogal verlegen jongeman die bovendien zijn uiterlijk niet meeheeft. Hij ziet er erg nerderig uit. Zijn jampotglazen benadrukken dit. Contactgestoord als hij is, kan hij wel toveren met de piano! Hierdoor krijgt hij kansen om internationaal door te breken. Helaas werkt zijn vader dit tegen aangezien hij David wil behoeden voor de grote boze wereld. David neemt het echter op zich om voor het eerst over zijn eigen lot te beslissen, waarna de vader hem voorgoed uit het gezin verbant.
Zijn vroegere steunpilaar is ineens weg, maar toch weet hij zich goed te handhaven op de universiteit in Londen. Zijn mentale gezondheid gaat echter achteruit. Hij brabbelt veel en kijkt vaak naar de grond. Maar mensen waarderen zijn aanwezigheid wel, aangezien zijn gebrabbel doorspekt is met erg flauwe humor. Hij wordt een soort prankmonkey die wel respect afdwingt met zijn enorm bekwame pianospel. En ondanks dat hij best wel gestoord is, doet hij geen vlieg kwaad met uitzondering van menig vrouw naar de borsten te grijpen.
Geoffrey Rush weet op schitterende wijze de pianist neer te zetten. Je moet denken aan een soortgelijke acteerprestatie als in Rainman. Hij handhaaft het ook consequent gedurende de hele film. De acteurs die David spelen als kind en als puber doen het ook goed, al zijn ze niet even kenmerkend. Daarnaast is het pianospel in de film schitterend. Als je ooit piano hebt gespeeld, krijg je na zo'n film er weer zin in! Een paar welgekozen effecten zorgen ervoor dat je begrijpt wat voor impact de toetsjes hebben op Davids geweten. Goed gedaan!