Pfff, wat een vermoeienis. Om met de woorden van Louis van Gaal te spreken: "Een goed paard, is nog geen goede ruiter". Aan dit regiedebuut van de ervaren acteur Nicolas Cage mankeert namelijk van alles. Dit zit hem voor een groot deel in het scenario, dat feitelijk nergens heen gaat, maar tevens maakt Sonny duidelijk dat Nicolas Cage niet over het regietalent van zijn oom Francis Ford Coppola beschikt. Dat James Franco (o.a. Spider-Man en City by the Sea) de titelrol aardig weet te vertolken, verzacht de pijn enigszijns, doch voor de rest is dit een uitermate saaie film.
Sonny handelt over een gast, die door zijn moeder is opgevoed als manhoer. Als deze Sonny terugkomt na een periode in het leger, wil hij zijn oude baantje eigenlijk niet meer oppikken. Dit is tegen de zin van zijn moeder, die tevens een hoertje van de andere sekse voor haar aan het werk heeft. Je raadt het al: soort zoekt soort en Sonny wordt verliefd. Nog minder verbazingwekkend is het dat een aanwezige sullige, oude kerel uiteindelijk de vader van de titelpersoon blijkt te zijn. En zo is er nog een handvol voorspelbare ontwikkelingen.
Deze film maakt simpelweg totaal geen indruk en is, zoals gezegd, ronduit saai. Sonny's werkzaamheden zorgen sporadisch echter voor wat vermaak. Zo wil een vrouw van middelbare leeftijd geneukt worden met een wapenstok; een hoogtepunt in de film, althans voor de vrouw in kwestie.
Oh ja, Nicolas Cage duikt zelf ook nog even op vóór de camera, met een zeer overdreven -hij speelt een gedrogeerde, homofiele pooier- cameo. Waar dat voor nodig was, is mij onduidelijk. Als 'paard' doet Cage zijn werk, wat typecasting uitgezonderd, immers ook niet al te goed.