In Mile City is het niet pluis. Er woeden vee-oorlogen tussen de verscheidene ranchers. De grootste boef is Trevor Norton, die een criminele bende aanvoert. Hij is het die het meeste garen spint bij de wanordelijke situatie. Dit verandert wanneer de premiejager Django in het stadje arriveert. Hij heeft de tinnen ster van een dode sheriff opgespeld, en doet net alsof hij de nieuwe ordehandhaver is . Tezamen met Trevor Norton's tweelingbroer Jim, een good guy, bindt hij de strijd aan met het gespuis...
Hoewel hij ervoor niet de credits kreeg, deze gingen naar de Argentijn Léon Klimovsky, is dit de eerste spaghettiwestern die onder regie stond van Enzo G. Castellari (o.a. Any Gun Can Play en Keoma). De Italiaanse cineast heeft ermee een degelijke film afgeleverd, dat dient gezegd. Bovendien had hij de beschikking over twee iconen van het spaghettiwestern-genre, te weten: Anthony Steffen en Frank Wolff. Van eerstgenoemde was ik in beginsel niet zo gecharmeerd, doch zijn onderkoelde manier van acteren ben ik steeds meer gaan waarderen. Ook hier gebruikt Steffen een dergelijke werkwijze, hetgeen past bij de prent. Frank Wolff is normaliter de betere acteur van de twee, maar hij stelt mijns inziens enigs teleur hier. Hetgeen echter het meest teleurstelt is de plot, die bij mij nauwelijks de aandacht kon vasthouden. De opzet was in mijn beleving te Amerikaans, hetgeen niet echt werkt bij deze Italiaanse productie. Bovendien is hierdoor van een fatsoenlijke Django-'aflevering' sowieso al geen sprake. het ontbreekt de film jammerlijk aan karakters die eruit springen. Bovendien is de voor spaghettiwesterns kenmerkende galgenhumor in Some Dollars for Django slechts mondjesmaat aanwezig. Hoewel de film, zoals gezegd, van degelijke makelij is en de hoeveelheid actie voldoet, kon de film mij wegens de saaie plot en gebrek aan speelsheid niet genoeg bekoren.