Een bar midden in de woestijn in een deel van Amerika waar het gemiddelde iq niet bepaald hoog is. De gasten zitten gezellig aan hun biertje totdat er een bebloede man binnen komt lopen. Hij waarschuwt dat hij is overvallen door een aantal monsters. Voordat hij in details kan treden wordt hij echter door een raam naar buiten getrokken door een beest, de kroeg vol verwarring achterlatende. Niet veel later komt de vriendin van juistgenoemde man binnenlopen. Zij kan gelukkig wat meer vertellen over wat er aan de hand is. De synopsis is eenvoudig: er is een aantal monsters on the loose en zij willen alle mensen dood hebben. Ook zij die de relatieve bescherming van de kroeg hebben zijn niet veilig voor wat er te wachten staat.
Hierboven heb ik mijn best gedaan het verhaal van Feast enigszins uitgebreid uit de doeken te doen. Feitelijk bezien staat er natuurlijk niet meer dan in de korte beschrijving; hetgeen de geoefende lezers onder u ongetwijfeld al opgevallen zal zijn. Afijn, Feast is een horror-splatter die het niet moet hebben van zijn geniale plot, maar vooral van zijn bloeddoordrenkte scènes. Daarvan zijn er redelijk wat, maar echt boeien doen ze, ondanks de grote hoeveelheden ketchup, niet. Dit komt vooral door het overdreven snelle camerawerk dat er vakkundig voor zorgt nooit in beeld te brengen wat je juist zou willen zien. Het oog dat eruit getrokken wordt, zie je er bijvoorbeeld net niet uitgetrokken worden. Dit zorgt er voor dat de vermaakfactor toch een stuk minder hoog ligt dan mogelijk zou zijn. De mislukte inbreng van humor doet vooral erg denken aan de gloriedagen van de Engelse misdaadfilm in de jaren negentig. Ook grappenmaker Henry Rollins weet met zijn vertolking van een nerd mijns inziens geen komische noot in brengen. Om deze recensie dan maar met een dooddoener af te sluiten: Feast is geen feest.