Justin Quayle is een behoorlijk stijve, Britse diplomaat, werkzaam in Kenia. Tijdens een lezing in Londen leert hij de veel jongere Tessa kennen. Zij heeft een heel ander leven dan de rustige Justin. Tessa is een activiste die het opneemt voor de arme Afrikaanse bevolking en tegen de grote medicijnfabrikanten. Het stel kiest er echter voor elkaar vrij te laten in de carrièrekeuze. Wanneer Tessa samen met een vriend vermoord wordt in Kenia, heeft Justin dan ook geen idee wie er achter de slachtpartij zit. Hij gaat op onderzoek uit en ontdekt dat Tessa een groot complot van medicijnfabrikant ThreeBees op het spoor was. Dit bedrijf test zijn medicijnen op Keniaanse mensen en laat de lijken verdwijnen, zodat niemand achter deze praktijken komt. Als het bedrijf er achter komt dat Justin ze op het spoort is, krijgt ook hij te maken met de duistere praktijken van ThreeBees.
The Constant Gardener is de verfilming van het gelijknamige boek van John le Carré. De titel slaat op de grootste hobby van hoofdpersoon Justin Quayle: tuinieren. Het typeert de breuk die er tussen de levens van hem en zijn vrouw Tessa is ontstaan. Hoe trouw de film aan het boek is gebleven durf ik niet te zeggen. Feit is echter dat er voor een thriller -en daar staat Le Carré bekend om- erg weinig thriller-elementen in deze film zitten. Met name het eerste uur is eerder een romantisch drama. Pas later komt er wat schot in het verhaal en kon ik uit mijn semi-slaapstaand ontwaken.
Ondanks het kleine stukje vermaak dat The Constant Gardener in de tweede helft herbergt, zijn er nog genoeg factoren aan deze film op te noemen die hem een stuk minder kijkbaar maken. Zo heb ik me vreselijk lopen ergeren aan het documentaire-achtige sfeertje dat de Westerse wereld en dan met name de grote bedrijven weer eens torpedeert tot root of all evil. Dat daar een kern van waarheid inzit wil ik best erkennen, maar om de Afrikanen enkel als arme, noodleidende slachtoffertjes af te schilderen is natuurlijk vrij misselijkmakend. Ik hoop overigens dat u begrijpt op welke wijze het laatste woord van vorige zin geïnterpreteerd dient te worden, alvorens mij te betichten van allerlei verkeerde sentimenten.
Ten slotte wil ik nog twee kleine pluimen uitdelen. Ten eerste aan Rachel Weisz die mijns inziens terecht de Oscar voor beste actrice in een bijrol heeft gewonnen. Niemand van de cast weet enig tegenwicht te bieden tegen haar acteerprestaties, waarbij vooral hoofdrolspeler Ralph Fiennes als stoorfactor mag worden genoemd. Daarnaast zijn de beelden van de Afrikaanse natuur regelmatig zeer imposant te noemen, hoewel je je hierbij kunt afvragen of dit de verdienste is van de film of van het natuurschoon zelf.