Goedgemutst begon ik aan wederom een film van Luigi Batzella. Mijn vrolijke humeur verdween echter als sneeuw voor de zon bij het aanschouwen van Strategia per una missione di morte. Schijt lozen doe je normaliter op een plee, maar Batzella, deze keer als Ivan Kathansky, besmeurt liever de kijker met zijn excrementen. Deze audio-visuele drol beschrijven of analyseren is moelijk. Ik ben per slot van rekening maar een eenvoudige recensent en geen poop reader. Maar vooruit, ik zal een poging wagen.
Deze stoelgang gaat over vijf figuren die wat lopen aan te kloten in de woestijn. Ze zijn ergens voor ingehuurd, maar waarvoor is niet helemaal duidelijk (en volslagen onboeiend gebracht). Het heeft in elk geval iets met olie te maken. En waar olie is, daar zijn Arabieren op kamelen. Dit klinkt waarschijnlijk erg mysterieus. En avontuurlijk bovendien. Als je dan ook nog een blik op de cast werpt en de namen van cultfiguren Richard Harrison en Gordon Mitchell leest, dan zul je misschien denken dat je iets leuks te wachten staat. Maar helaas, het is poep. Poep, zeg ik je!
Het kan best zijn dat je van stront houdt; ik zal je er niet op veroordelen. Maar ik vind het maar stinken. Mocht een portie fecaliën er bij jou wél ingaan, dan kan ik je deze keutel van harte aanbevelen. Ik heb echter nog steeds een bruine waas voor mijn ogen, waar ik niet bepaald vrolijk van wordt. De drie uit tien punten zijn voor de tieten en het schieten en zorgen voor de textuur van deze drek. Anders was het diarree geweest.