In de nasleep van de moord op zijn broer, wordt Gringo samen met zijn vriend Mexico, onterecht in het gevang gegooid. Hem wacht de strop voor een moord die hij niet heeft gepleegd. Een aantal andere criminelen in de bak bedenkt een plan om te ontsnappen. Hiervan profiteren ook Gringo en Mexico, die met deze bende op de vlucht slaan. Waneer allen ergens gaan schuilen bij een Mexicaanse gemeenschap, kan een bendelid zich niet bedwingen wanneer hij herkend wordt. Hij schiet de man neer. In het tumult dat hierop ontstaat, ontvoert de bende een vrouw. Met een koets probeert men voorbij de Mexicaanse grens te geraken. Ondertussen is de bende Gringo meer dan zat en dumpt hem in de woestijn. Het wordt voor Gringo nog een hele klus om de vrouw te redden, zijn eigen naam te zuiveren en de moordenaars van zijn broer om te leggen...
Routineuze spaghetti western, met hier en daar wat aardige ideeën. Het aardigste vond ik de scène waarin de koets wordt belaagd door een enorme horde Mexicaanse bandieten. Terwijl Gringo en consorten een (schijnbaar eindeloze) hoeveelheid staven dynamiet uit de ramen gooien, pokeren ze rustig door alsof er niets aan de hand is. Op de explosies hebben de Mexicanen geen antwoord en ze geven dan ook op na tientallen mannen door de explosies verloren te hebben. Ook het pokeren eist echter zijn tol. Vals spelen en slecht verliezersschap leiden er toe dat na de dollemansrit slechts Gringo en de ontvoerde vrouw nog in de koets zitten.
De hoofdrol is voor onze landgenoot Glenn Saxson, die zich altijd met gemak in Italiaanse genrefilms voortbewoog. Ook hier is zijn natuurlijke uitstraling al genoeg voor een adequate invulling van de hoofdrol, maar iets speciaals maakt hij er verder niet van. Dit geldt evenzo voor de inbreng van componist Felice Di Stefano, die zich hier wel erg gemakzuchtig laat inspireren door Ennio Morricone's filmmuziek. Al met al verveelde ik me echter niet en moet geconcludeerd worden dat cineast Mulargia wederom een redelijk vakkundige spaghetti western heeft afgeleverd.